18.12.07

Gistermiddag heb ik batterijen gekocht in de winkel onder het apartement waar ik verblijf. Een pakje met vier AA-batterijen (voor mijn zaklamp) en een pakje met 2 AAA-batterijen voor de afstandsbediening van de airco (heel belangrijk).

Het meisje dat mij van achter de toonbank helpt, vraagt eerst de prijs van de artikelen aan een collega. Daarna begint ze aan het schrijven van een bonnentje. Aanvankelijk denkt ze dat de prijzen die haar collega heeft genoemd per batterij zijn. Nadat haar collega haar verbetert, lukt het haar niet de twee bedragen goed bijelkaar op te tellen, hoewel ze toch gebruikmaakt van een rekenmachine. Al met al duurt het toch zeker vijf minuten voor ik met mijn batterijen buiten sta.

Buiten spreekt de eigenaar van de zaak mij aan, een Amsterdammer die al sinds 1969 in Suriname woont.
"Is het gelukt?" vraagt hij, niet zonder enig cynisme in zijn stem. "De kassa is stuk, dus moet ik ze wel bonnetjes laten schrijven. Anders weet ik niet waar m'n geld blijft." Hij blijkt slechte ervaringen te hebben met zijn personeel, maar hij haalt er nooit de politie bij want "dat lost niks op". En in één adem door doet hij bij mij zijn beklag over de gaten in de straat, de gaten in de stoep, overstromende dakgoten en meer van die ergernissen zodat ik me begin af te vragen waarom hij hier al zo lang woont.
"Ze kunnen het zelf niet oplossen," voegt hij eraan toe, en wie hij met 'ze' bedoelen laat hij vaag maar is tegelijkertijd heel duidelijk, "en die het wel kunnen die doen het niet."
Maar weggaan uit Suriname is voor hem geen optie, het klimaat hier is hem te lief. Kortom, denk ik, een paradijs voor elke Amsterdammer: lekker weer, maar toch nog genoeg om op te kankeren.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage