28.7.10

De vorige keer dat ik hier was, heb ik al uitgelegd dat met een chinees in Suriname geen afhaalrestaurant wordt bedoeld, maar een soort buurtsuper. De eigenaar van die buurtsuper is bijna altijd een Chinees. Het voordeel van chinezen is dat ze vrijwel altijd open zijn. Als een chinees dicht is, vermoedt men al snel een sterfgeval.

Inmiddels heb ik geleerd dat je hier oude en nieuwe Chinezen hebt. Oude Chinezen stammen af van de Chinezen die al in de negentiende eeuw naar hier kwamen om zich te vestigen. Ze zijn volledig geassimileerd in de samenleving en zijn derhalve echte Surinamers. Song Ngie is een befaamde delicatessenwinkel met meerdere filialen, duidelijk van een oude Chinees.

Nieuwe Chinezen zijn nog maar kort in Suriname en spreken niet of nauwelijks Nederlands. Meestal hebben ze een winkel (een chinees dus) maar er zijn ook bouwchinezen die in een korte tijd voor niet veel geld een huis bouwen of een stuk aan je huis. Chinezen zijn dus ook een soort Polen.

Gelukkig zijn er ook chinezen waar je gewoon eten kunt halen. Bij mij in de buurt zit er een waar ik al een paar keer erg lekker heb gegeten. Je komt er binnen in een kale ruimte. In die ruimte lijkt een kooi te staan waarin een klein Chineesje zit. Niet dat ze bang zijn dat hij wegloopt, maar ze zijn bang om overvallen te worden.

Als ik heb besteld loopt de jongen (ik schat hem een jaar of veertien) naar een deur en roept iets dat mijn bestelling zal zijn. Vervolgens gaat hij voor een enorme tv zitten, soms speelt hij daar een spel op. Ik wacht op een bankje, buiten de kooi. Na een tijdje gaat er in de kooi een deur open. Een arm verschijnt en legt een plastic tas op een tafeltje naast de deur. Mijn maaltijd. Ik weet dat, het Chineesje weet dat en het Chineesje weet dat ik dat weet. Maar hij blijft minimaal nog twee minuten bij zijn tv. Daarna staat hij nonchalant op. Loopt, terwijl hij naar de tv blijft kijken, naar de deur en overhandigd mij de plastic zak, zonder een woord te zeggen. “Dank je wel! En tot ziens weer!” roep ik iets te nadrukkelijk. En stap door de deur waarop aan beide kanten een sticker met push is geplakt.

26.7.10

Afgelopen zondag eerst zelf de dolfijn uitgehangen (iets met een zwembad en een bal) om vervolgens met een boot de Surinamerivier en de Commewijne op te gaan voor dolfijnentripje. Dolfijnen niet gegarandeerd want 'het is hier geen Dolfinarium' aldus de reisleidster. Na wat geslalom over het bruine, brakke water steeg de gezelligheid maar daalde de hoop op dolfijnen. Maar gelukkig sprongen juist op tijd een paar van die vrolijkerts voor onze boot. Het leek wel of ze het erom deden.

Aangezien dolfijnen zich nauwelijks laten fotograferen (dat wist ik al van de vorige keer dat ik hier was) wederom geen dolfijnenfoto's (die zoek je maar op Google). Wel een vette plaat van een zonsondergang daar waar de Surinamerivier en de Commewijne samenkomen.