14.12.07



Dit is wel het gesprek van de dag in Suriname. Parlementsvoorzitter Paul Somohardjo (van een regeringspartij) werd door oppositieparlementariër Rashied Doekhie beschuldigd van oplichting. In zijn hand had hij een cd met daarop een gesprek dat bewijsmeteriaal zou zijn. De voorzitter weigerde de cd af te spelen in de Nationale Assemblee en schorste de vergadering. Daarop ontstond een handgemeen waarin ook Ronnie Brunswijk (evenals voorzitter Somohardjo van de coalitie) zich mengde. (Update: filmpje doet het weer)

13.12.07

PC111997

Had ik al verteld dat ik behalve een balkon ook de beschikking heb over een privé-zwembad? De dames van het personeel wilden helaas niet op de foto.

12.12.07

PC061980

Taxi (2):
Vorige week liep ik langs een vervallen tempel in de buurt van mijn werk. Ik vermoed een bouwwerk van de inheemse bevolking gezien de zonnen en (onaffe) swastika’s die aan inka’s og maya’s doen denken.

Later die week rijd ik met een hindoestaanse taxichauffeur van mijn werk in de richting van de Waterkant, we passeren het vreemde bouwwerk waarin ik me hippiefeestjes met vloeistofprojectoren en waterpijpen kan voorstellen.
“Weet u wat voor een gebouw dat is?” vraag ik aan de bestuurder .
“Ja.” antwoordt hij veelbelovend. Maar daarna blijft het stil.
“Wat dan?” vraag ik dan maar.
Hij begint te lachen maar geeft geen antwoord. Eerst denk ik nog dat dat komt omdat hij zich concentreert op het drukke kruispunt voor de tempel. Maar ook eenmaal veilig aan de overkant blijft hij zwijgen. Ik ga het niet nog eens vragen. Blijkbaar is het geen prater.

Als we al in het centrum zijn, wijst hij ineens op een paar mannen die op dertig meter hoogte in een telefoonmast in aanbouw aan het werk zijn.
“Kijk, die mannen daar! Wat lijken ze klein zo!” roept hij uit. Meer komt er die rit niet meer uit. De tempel blijft vooralsnog een mysterie.

11.12.07

Taxi (1):
Mijn taxiprobleem lijkt opgelost. Het nummer van Feros, een vriendelijke maar verlegen hindoestaan, gaf donderdagochtend geen gehoor. Net als vorige week dinsdag moest ik de straat op om een taxi te vinden. Het was kwart voor vijf ’s morgens. Ik voel me niet snel onveilig, maar in het centrum van Paramaribo op dit tijdstip leek me dit gevoel wel engszins op zijn plaats. Het is ook lastig omdat niet elke taxi een bordje taxi draagt en aangezien ze ook geen meters hebben, is het verschil tussen een taxi en een gewone auto met het blote oog niet altijd waar te nemen.

Een op het oog gedrogeerde marron brengt me voor 12,50 SRD naar m’n werk, maar niet alvorens te tanken. Met het knopje aan de binnenkant van het portier doe ik het raam open, de wagen heeft geen airco. Maar als mijn chauffeur redelijk vaart begint te maken, krijg ik het raam niet met dat knopje weer dicht. Ik besluit niks te zeggen. Ik geef hem 2,50 SRD fooi, alleen maar omdat ik niet wil meemaken dat hij zogenaamd geen wisselgeld bij zich heeft.

Op mijn werk krijg ik van een collega het nummer van een betrouwbare centrale. Als ik bel staat er een witte of grijze auto met minder deuken dan een gemiddelde auto hier voor mijn deur, nog voor ik alle sloten erop heb. De auto’s hebben een nummer en een chauffeur met een geel hesje. Tot nu toe niets te kalgen, maar niets is hier vanzefsprekend.

10.12.07

Op de markt:
“Mag ik drie aubergines van u mevrouw?”
“Een hoop?” antwoordt ze.
Is dat een hoop, vraag ik mezelf af, dat valt toch wel mee? In Suriname zullen toch wel meer mensen drie of zelfs meer aubergines tegelijk afnemen? Wat kan het haar trouwens schelen? Ik probeer het nog eens.
“Wat kosten drie aubergines?”
“Een hoop” is het antwoord.
Alweer! Dat zal toch wel meevallen? Wat kunnen drie aubergines hier nu kosten. Zal ik deze dame eens vertellen wat een aubergine in mijn buurtsuper in Oud-West kost, dat is pas een hoop. Maar dan begint het me te dagen. De aubergines (waarvan ik me nu begin af te vragen of die dingen hier wel zo heten) liggen op het markttafeltje in stapeltjes van drie stuks. Drie aubergines maken één hoop. Ik probeer het.
“Mag ik van u één hoop van deze van u?” ik wijs het stapeltje van mijn keuze aan. En de dame doet daarop de drie aubergines in en plastic zakje.
“Dat is 1,50 SRD.” (SRD = Surinaamse Dollar)
Ik betaal en bedenk dat dat nog geen 15 eurocent per aubergine is. Dat is voorwaar geen hoop. Wat zal ik een hoop aubergines eten hier.

Update: Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat een aubergine hier boulange heet (spreek uit: boelansjee)