16.7.10

Suriname is in vele opzichten een divers land. Bekend is natuurlijk hoe de geschiedenis zoveel verschillende culturen en religies bijeenbracht op een bevolking van nog geen half miljoen. Hindoestanen, Creolen, Javanen, Marrons, Indianen (inlanders), Chinezen, Brazilianen en meer vormen de bonte diversiteit van de bevolking.

Ook wat betreft de vogels is Suriname een van de landen met de hoogste diversiteit. Tot nu toe landt er dagelijks een vogel in mijn tuin die ik nog niet gezien had. Soms geel, blauw, roodbruin. Francois Haverschmidt en G. F. Mees (what’s in the name?) hebben ooit het standaardwerk ‘The Birds of Suriname’ samengesteld. Waar de Nederlandse vogelaar af kan met een handzaam vogelgidsje sjouwt zijn Surinaamse collega zich een ongeluk met een uitputtend, geïllustreerd, overzicht van alle 668 in Suriname voorkomende gesnavelde vrienden.

Maar ook qua flora kan het hier niet op. Neem alleen al de vruchten waar ze hier sap van maken. Natuurlijk is hier ook appelsap en sinaasappelsap. Maar wel eens gehoord van mopé, zuurzak (nee ’t is geen ziekte of scheldwoord) of pommerak? Ook allemaal vruchten en de sap stoppen ze in flesjes die je overal kunt kopen. Vooral zuurzak is een favoriet bij mij. En van de lokale groenten in de groenteschotel die ik bij een Chinees restaurant kreeg, herkende ik alleen de wortel en de broccoli. De rest was me volkomen vreemd in uiterlijk en smaak.

Die diversiteit maakt Suriname interessant. Maar echt leuk wordt het pas als bij diezelfde Chinees op beide kanten van de deur een bordje met ‘push’ is geplakt.

13.7.10

Misschien is het na de huldiging van de verliezend finalisten in de Amsterdamse grachten wat mosterd na de maaltijd. Maar ik wil nog even mijn verhaal kwijt over mijn beleving van De Finale. In Suriname was het half vier in de middag op het moment van de aftrap. Anderhalf uur van te voren had menigeen al een stoeltje gereserveerd onder de partytenten en gespannen dekzeilen bij Het Vat. Zelf kon ik, via via, een stoeltje bemachtigen vlak voor een groot scherm, binnen, onder de airco bij Mamboo.

Wederom bleek Suriname zeer verdeeld. Surinamers die vorige week nog fanatieke Uruguay-aanhangers leken, waren nu ineens fervente Spanje-supporters. Bij elke gele kaart of gemiste kans van het Nederlands elftal steeg er een gejoel op, en dat was best vaak. Het gejoel ging vervolgens over in het scanderen van ‘Spanje, Spanje!’. Dat was het moment waarop de ‘Oranje Surinamers’ weerwoord gaven met ‘Oranje, Oranje!’.

Van een ‘Oranje Surinamer’ kreeg ik de uitleg dat het voor al gemak was wat zijn landgenoten dreef. ‘Als Nederland alsnog wint, vieren ze straks net zo hard feest.’ Iets wat ik vorige week ook al constateerde. Maar het liep dus anders. De Nederlanders dropen af en de ‘Spanje Surinamers’ vierde feest alsof Suriname zojuist wereldkampioen was geworden.

Toen onder de dekzeilen de stoelen al werden opgestapeld en de plastic bekertjes werden aangeveegd. Zag ik daar midden in de ruimte een man van tegen de pensioensgerechtigde leeftijd in een Spaans shirt in een plastic tuinstoel zitten. Glunderend van oor tot oor zijn handen in de lucht. Ik vroeg of hij Spaans was. ‘Uit Barcelona’ was het antwoord. Zijn oprechte blijdschap maakte veel goed.
Ik heb helaas weinig tijd om dit blog bij te houden. Thuis beschik ik niet over internet. Dus eerst maar wat plaatjes.



Het huis van de buren. Mooi geel is niet lelijk.



Verlaten schoolbus nabij Brownsberg.